Het is weer tijd om wilgen te knotten, het blad is er af en het is ook nog eens lekker weer.
Een wilg kan je op twee manieren knotten nl. de tak kort bij de knoest afzagen of de dikte van de te zagen tak er op laten staan.
Bij de eerste methode krijg je nooit een grote kopstoof maar de wilg gaat wel langer mee.
De tweede methode zorgt er voor dat je een mooie knoest krijg en nog mooier hij wordt functioneel voor allerlei dieren .Als je de binnenste takken iets korter zaagt dan de buitenste dan zal de kop lieverlee hol worden en in eerste instantie zal de eend hiervan profiteren omdat hij in die holling kan gaan broeden.
Op langere termijn zal de wilg van binnenuit verrotten en zodoende zal hij hol worden en de bosuil, steenuil, nijlgans en zo nog meer vogels zullen hier dankbaar gebruik van maken.
U zult zeggen, als de wilg in rot valt hij dan niet om, nee, als er twintig procent van de oppervlakte van de wilgenstam rondom aan de buitenzijde nog intact is zal hij niet omvallen.
Heb je een rij knotwilgen knot ze dan eens om en om , zodoende knot je het ene jaar de helft om en om en het volgend jaar de andere helft om en om , het derde jaar heb je vrijaf en het vierde jaar begin je weer van vooraf aan. Wij bossen de takken op en laten ze drogen zodat we in de zomer het water in het bad warm kunnen stoken.
Zo ziet u, alles wordt gebruikt en alles krijgt een functie, alleen daar worden we al blij van.